Over het genre van ‘De Schepping’

Kunnen vertellen wat voor boek je hebt geschreven is een essentiële kwaliteit voor een schrijver. Helaas is het ook iets waar ik slecht in ben. Ik vroeg me deze week af of dat aan mij ligt, of ik gewoon moeilijk doe en zoals vaker het geval is in ellenlang gewik, geweeg en gedraai verzand tot alles troebel is geworden en niks meer duidelijk is. Of misschien is mijn boek écht lastig in een hokje te vangen.

In een post over self-pubben las ik hoe belangrijk het is dat de lezer direct aan de kaft ziet wát het voor boek is. Ik realiseerde me dat dat voor ‘De Schepping’ niet het geval is. Geen herkenbare thriller- of feelgoodkaft waar de lezer er al duizend van heeft gezien. Dat zou een marketingtechnische fout zijn. Ik begrijp de redenatie, toch vind ik het onzin. Zelf lees ik zelfden of nooit boeken waarvan de kaft in zo’n mal past. Ik wil me juist afvragen wat er achter die kaft zit, niet al de helft kunnen voorspellen. En uiteraard geldt die wens ook voor mijn schrijverschap: boeken schrijven die gelaagd zijn en verrassen.

Een van mijn favoriete boeken is Annihilation van Jeff Vandermeer. Een verhaal dat geïnspireerd is op The Colour out of Space van H.P. Lovecraft. Je zou het Cosmic Horror of Weird Fiction kunnen noemen, maar het boek van Vandermeer is veel meer dan dat. Hoewel de gebeurtenissen in Annihilation bovennatuurlijk zijn, zitten er psychologische en filosofische lagen in die in een ‘gewone’ literaire roman niet zouden misstaan. In mijn ogen gaat het boek vooral over het Totaal Andere – iets dat door zijn onbevattelijkheid weer aanhaakt bij de Cosmic Horror van Lovecraft en de existentiële angst die uit zijn werk wasemt. Maar iedere lezer zal iets anders in Annihilation zien – en dat is nou juist de kracht van het boek. Het is een stuwende, vervreemdende, literaire, psychologische, filosofische Cosmic Horror/Weird Fiction roman – maar goed, zo’n beschrijving gaat tegen de marketingregels in. Het moet wel kort en krachtig blijven.

Toch zou ik De Schepping van Michael ook het liefst op die wijze beschrijven. Het was in ieder geval mijn doel om een gelaagd boek te maken. Iets waarin de lezer steeds door wil lezen – maar geen thriller die enkel om de spanning gaat. Een boek dat de worsteling met nihilisme, trauma en angst in gebeurtenissen uitdrukt die rechtstreeks uit een droom lijken te komen. Iets waarbij je na de laatste zin nog twee uur nodig hebt om bij te komen en alle invalshoeken als een caleidoscoop door elkaar draaien. En dat het liefst in zinnen die donderen en bliksemen in de geest van wijlen Cormac McCarthy en William Gay.

Misschien heb ik het mis, maar in het Nederlandse boekenlandschap lijken er geen bruggen te liggen tussen literatuur en het horror- en weird fictiongenre. Toch is het de liefdesbaby van Thomas Olde Heuvelt en Tommy Wieringa die mij het meeste trekt. Wellicht dat dit ook direct de kortste beschrijving van De Schepping van Michael is. Het eindoordeel over die liefdesbaby laat ik verder aan de lezer.